1 februari: naar de Franse Caps

Toch nog steeds een heel werkje om mijn Hymermotorhome rij- en woonklaar te maken. WC casette installeren, waterreservoir vullen, bed dekken, gasflessen aanschaffen, kleding en voeding . En dan alles controleren en opstarten; elektriciteit, gas, waterpomp en boiler. En natuurlijk de auto zelf. Ik wil automatisch de startcode indrukken maar plots ben ik de cijfercode vergeten. En ik die zo fier was eindelijk eens wat cijfers te kunnen onthouden. Een beetje paniek, maar gelukkig wist Marleen de code nog.

Dus op de middag toch rustig op weg via Brussel, Gent naar de Franse Noordkust. Rustig moet het wel, want het word steeds mistiger in Frans-Vlaanderen. Bij Steenvoorde waar we de A25 op willen richting Calais, is de oprit volledig afgesloten. Later vernemen we dat er 's morgens verschillende kettingbotsingen geweest waren. ‘Carambolages sur l’A25, pagaille sur les routes’ bloklettert ‘La Voix du Nord’. Wij rijden dan maar via St Omer naar Calais. Een Vlaams landschap in een mistig Frankrijk.

Blanc Nez en Wissant

Vlaams landschap tot dat de kalkkliffen van Blanc Nez opdoemen uit mist en zee. Vreemd, geheimzinnig, desolaat landschap zo in de winter. De parking boven is niet echt aantrekkelijk, dus nog wat verder in een golvend duinen- en akkerlandschap naar Wissant (witzand?). Mijn herinnering van 20 jaar geleden: een hotel dicht bij zee, aan de monding van een modderige beek met witte zwanen, blijkt nog helemaal te kloppen. Het is Hotel de la Plage. Vreemd, hoe een vaag beeld uit mijn verleden opnieuw vaste vorm aanneemt. Zelfs de zwanen zijn er nog, al zullen dat nu wel andere exemplaren zijn.

Loading full article...

In Wissant begon ik mijn pelgrimage naar Santiago de Compostela