Terwijl ik met volle teugen geniet van een van de zeven wereldwonderen, zit een enigszins verhitte en verveelde ijstrol in mijn rugzak. Ik hoor hem afkeurend brommen.
‘Dit is toch geweldig!’ roep ik naar binnen.
‘Dit is saai, afschuwelijk saai,’ klinkt er als antwoord. ‘Bovendien is het warm en druk. Je kan hier vast over de hoofden van de mensen lopen.’
Ik geef toe dat het toeristenvolk massaal aanwezig is, maar dan blijft het nog steeds een indrukwekkend schouwspel. ‘Weet je iets beter dan?’ fluister ik door de opening.
‘In zo’n piramide is het veel koeler en ik wed dat het er een stuk minder druk is.’
‘Ben je gek?’ zeg ik. ‘Daar komen we nooit binnen.’
‘Geheime gangen zijn de specialiteit van ijstrollen.’
‘Dat verbaast me niks,’ lach ik.
‘Nou?’
‘Vooruit dan maar,’ zeg ik tegelijkertijd nieuwsgierig en ongelovig.


Loading full article...