De schim (part 14)
Met een weids gebaar opende Anton het raam en stak zijn arm naar buiten. "Kom binnen, makker." zei hij, luider dan bedoelt. Snel keek hij om, of niemand hem gehoord zou hebben. De gang was verlaten en stil. Gelukkig. Hij wist dat wat hij deed niet mocht, maar een vriend gaat voor alles. Die laat je niet buiten staan. Met zijn vinger voor zijn mond sloop hij met Willem achter zich aan naar zijn slaapkamer toe.
"Dus hier hang jij de hele tijd uit.' constateert Willem alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Anton knikt bedeesd. Nu hij van de eerste schok bekomen is, komen er tientallen vragen in hem naar boven. Toch merkt hij aan Willem dat hij daar nu niet mee aan moet komen. De brede grijns van Willem maakt veel goed, dus met een zucht laat hij zich op zijn bed vallen. Hij zal wel zien, wat de avond brengt.Â
Willem heeft zich in zijn stoel genesteld. Verdiept in zijn rugzak haalt hij er bepaalde dingen uit. Ook wat versnaperingen, bedoelt voor die avond. "Als je heet water uit de kraan haalt, legt Willem uit, dan heb ik hier nog wat cacao poeder, is prima voor een avond als deze." In een glas, die uit de eetzaal komt en een beker van de wasbak voor het tandenpoetsen zitten ze even later aan het lauwe chocowater. Het smaakt voortreffelijk.