‘Wat vreselijk voor u. Kunt u een beschrijving van uw kleindochter geven?’
‘Nou, gewoonlijk loopt Roodkapje rond met een rood kapje, maar met deze hitte…’ Het wordt grootmoeder allemaal wat te veel en ze valt in katzwijm.
De tropenkolder wuift haar haastig wat koelte toe en brengt haar een glas water. ‘Ik moet dus op zoek naar een meisje dat wellicht kapjesloos door het bos zwerft. Wees maar niet bang mevrouw, ik ga meteen op weg.’
De kolder hoeft niet lang te zoeken, het gehuil van de gewonde wolf gaat door merg en been.
‘Goeie genade,’ hijgt de jager als hij de kolder ziet aankomen. ‘Wat een tropische hitte breng je mee!’
‘Een van mijn vele (on)aangename karaktertrekken,’ grijnst de kolder. ‘Waar is Roodkapje?’
‘In de buik van dit gewetenloze dier, natuurlijk,’ zegt de jager. ‘We moeten haar onmiddellijk bevrijden!’




Loading full article...