Een koldersprookje (7)

Het vorige deeltje

‘Een paleis? Dat klinkt interessant. Maar hoe komen we daar?’
Voor Pinokkio kon antwoorden, kwam er een koets met paarden de hoek om scheuren.
De tropenkolder stak zijn duim op, waarna het voertuig ratelend tot stilstand kwam.
‘Goedendag,’ zei de kolder. ‘Kunnen wij misschien een lift krijgen?’
‘Waar wilt u heen?’ vroeg de koetsier.
‘Het paleis van de prins.’
‘Nou, dat is ook toevallig,’ zei de koetsier. ‘Daar gingen we juist naartoe. Bent u ook uitgenodigd voor het bal?’
De kolder fronste zijn wenkbrauwen (voor zover een kolder wenkbrauwen heeft), kuchte even en knikte toen bevestigend.
‘Nou, stap dan maar in.’
Tropenkolder en Pinokkio namen plaats tussen twee niet onaantrekkelijke prinssessen. De dames waren uiteraard bijzonder gecharmeerd van het bijzondere duo. Flessen wijn werden ontkurkt en nog voor ze bij hun plaats van bestemming arriveerden, werd er al vrolijk gezongen. 




Loading full article...