Uitleg van vaktermen tijdens het beleggen
Vooral in deze tijd van grote fluctuaties op de beurs. Het is interessant om hier naar te kijken. Ik wilde jullie al meenemen in mijn ervaringen en belevenissen op de beurs, tijdens de coronacrisis. Hierbij zal ik jullie eerst wat uitleg geven over de veelgebruikte begrippen van beleggen. Dit artikel lag al op de plank om te schrijven, maar is nu naar voren gehaald.
Voor mensen die willen beginnen met #beleggen of net bezig zijn, is het soms lastig om te weten wat de vaktermen (begrippen) van het beleggen inhouden. Daarom vind je hieronder een #begrippenlijst met per categorie de meest voorkomende en belangrijke begrippen. De #begrippen zijn op een korte en begrijpelijke taal uitgelegd. De volgende categorieën zullen aanbod komen:
- Persoonlijk gegevens
- Vermogenstitels
- Soorten aandelen
- De kosten
- Opbrengsten (agio)
De persoonlijke gegevens
Je hebt besloten bij welke (internet)broker of #bank je gaat beleggen en gaat je inschrijven. De #broker of bank wil een aantal zaken van je weten voordat je bij hun mag beleggen. Ze moeten zeker weten (zorgplicht) dat je weet wat beleggen inhoudt (wat de risico’s kunnen zijn). Verder is het belangrijk om te weten waarvoor je belegt (een bepaald doel) en hoelang je wil beleggen.
- Klantprofiel: alles wat vastgelegd in een dossier. De bank of broker moet aan kunnen tonen dat ze hebben voldaan aan de zorgplicht. In een klantprofiel staat onder andere: leeftijd, adresgegevens, belegginghorizon en of je ervaring hebt. In de meeste gevallen moet je een testje doen, als je zoveel vragen goed hebt mag je beleggen. De uitslag komt in het dossier.
- Zorgplicht: de zorgplicht is dat een broker en bank je moet vertellen wat de risico’s zijn van de verschillende producten. De AFM controleert of ze dit ook nakomen.
- Belegginghorizon: dat is de tijd die iemand wil gaan beleggen.
- Risicoprofiel: er wordt gekeken naar je financiële achtergrond (inkomen, uitgaven, vermogen en hoe dat in de toekomst zal zijn). Je moet altijd beleggen met geld wat je nu en later niet nodig hebt. Aan de hand die punten wordt er gekeken welk risico iemand kan lopen. Dit bepaalt ook waarin iemand beter wel of niet kan gaan beleggen.
- Risicobeleving: hoe reageer je op een eventuele lichte en een grote daling. Vind je het jammer of zit je je helemaal op te vreten dat je geld bent kwijtgeraakt.
- Risicotolerantie: het risico dat iemand wel of niet kan dragen door te beleggen.
- Objectief vermogensdoel: een doel dat gehaald moet worden bijvoorbeeld het aflossen van de hypotheek.
- Subjectief vermogensdoel: een doel dat iemand graag bereikt wil hebben, lukt het niet dat is het minder erg.