#geschiedenis Chronicles of Ancient Greece beschreef magische handelingen uitgevoerd door vrouwen, die ze voor amatorische doeleinden gebruikten. Deze klassieke auteurs beschrijven de betoveringen die ze uitvoerden, die in verzen in de vorm van een spreuk werden voorgedragen. Zelfs in het Oude Testament, in het eerste boek Samuël (28-4), wordt het bestaan genoemd van een necromancer die geesten kan oproepen. De bijbelse tekst geeft belangrijke informatie over de onderdrukking die tegen deze kunsten werd uitgeoefend, want toen Saul hun diensten nodig had, wilde ze niet samenwerken uit angst voor de straf die was voorbehouden aan de necromancers en goochelaars van die tijd. Deze voorbeelden dienen als precedent voor de meest gruwelijke afleveringen die de geschiedenis in zouden gaan.

Etymologisch gezien heeft het woord heks een onzekere oorsprong, waardoor alleen maar duidelijk wordt dat de verspreiding en oplegging ervan dateren uit de middeleeuwen. Zonder de oorsprong ervan krachtig te kunnen bevestigen, zou men volgens sommige studies kunnen speculeren over de Grieks-Latijnse oorsprong. In het Latijn is er het bijvoeglijk naamwoord van Griekse oorsprong phygius met zijn gelatiniseerde variant brugius, en beide verwijzen naar de persoon of het ding uit de regio Phrygia, die een groot deel van het noordwesten van het schiereiland Anatoli of Klein-Azië bezette. De aanwezigheid op dit gebied van vrouwen met bovennatuurlijke krachten is een constante in de Grieks-Romeinse mythologie, vanwege de grote verspreiding die het in de oudheid en in de middeleeuwen in heel Europa had.

Het begin van de donkere fase