Het feest kan beginnen
Pieter stuurt zijn bootje behendig naast die van zijn vader. ‘Kom er maar bij, pa, er is nog plaats genoeg.’
Pa pad springt snel op het blad van Pieter die luid zingend verder gaat.
Daar gaan ze samen over het overstroomde bospad. Even later springt ma vanaf een paddenstoel bij hen op het eikenblad.
‘Goeie hemel, wat ben ik nat,’ moppert pa.
‘Dat droogt wel weer op,’ lacht Pieter.
‘Kijk ons toch hier drijven. Zo komen we nog te laat voor de verjaardag van oom Piet.’
‘Nee hoor, we zijn precies op tijd.'
Links en rechts om hen heen drijven de andere uitgenodigde padden op bladeren en takken.
Ze komen uit op een grote plas met in het midden een omgevallen holle boom die dienst doet als feestzaal.
Met een flinke vaart laat Pieter het bootje op de stam botsen.