Het meisje met de zwavelstokjes...(op rijm)
VOOR IEDEREEN VRIJ TE GEBRUIKEN DIT VERHAAL HEB IK GESCHREVEN VOOR EEN KERSTMIDDAG VOOR OUDEREN EN HET IS ZEER GESCHIKT OM EVEN VOOR TE LEZEN TIJDENS HET UITBUIKEN
VEEL PLEZIER ERMEE...
Het zwavelmeisje...
‘T was op een strenge winterdag, de laatste van het jaar.Het was echt ijzig koud en de wind, die blies sneeuw door haar haar. Ja, het was oudjaarsavond, steenkoud en haar schoentjes waren weg.
Eén was haar ontnomen en één had ze verloren.
Twee kleine blote voetjes, maar de mensen leken zich daaraan niet te storen. Ze liep de hele dag al rond, maar niemand zag haar gaan.
Verkopen deed ze ook al niet, nee niemand zag haar staan. Ze kwam uit een gezin met veel armoede en vooral de liefde was zeer onder de maat.
Op oudjaarsavond, geloof het of niet...zetten twee ouders, dit kleine meisje, met een boodschap op straat. Een duidelijke boodschap werd haar meegegeven:
"Zorg dat je alles verkoopt, anders ga je wat beleven!"
Vol van angst en ijzig koud bleef ze door de straten lopen.
Het lukte haar niet, om ook maar één zwavelstokje te verkopen.
Ze keek stiekem in de huizen, haar hartje brak, ze had het nooit gekend.
Ze zag een moeder met een kindje, het werd met een liefdevolle omarming verwend.
Ze zag gezelligheid, er werd gelachen en gezongen...
Maar dit kleine meisje werd harteloos en ruw, de straat op gedwongen. Ze zocht toen het donker werd, een plekje uit de wind.
Ze viel daar zachtjes in de sneeuw, ach arm kind. Ze had erge honger en ze rilde van de kou.
Ze vroeg zich in gedachten af, of een stokje branden zou. Ze nam een zwavelstokje en ze streek het langs een steen.
Ze vouwde beide handjes, voorzichtig erom heen.
In het licht van het stokje, zag ze een mooie, grote kachel staan.
Oooh heerlijk, ze kon haar voetjes warmen gaan. Ze stapte snel naar voren, maar vlak voor de kachel, deed het stokje doven.
Weg kachel, weg warmte, weg licht, het donker wist haar gedachten te beroven. Gehaast stak ze snel weer een stokje aan,
maar nu zag ze een geweldig feestmaal staan.
Allemaal eten, zelfs een gebraden gans.
Zag ze dat wel goed? Jaa... en hij maakte op de tafel een dans. Weer dooft het licht, maar het meisje laat het zich niet ontnemen
en weer strijkt ze een stokje langs de steen.
Het was de derde keer en nu ziet ze allemaal lichtjes om haar heen. Een kerstboom met duizend lichtjes, ze weet niet wat ze ziet.
Vol verwondering vergeet ze de kou, haar pijn en verdriet. In het licht voelt ze zich goed, in het licht is alles zo fijn...
Kon haar leven maar altijd in een stralend lichtje zijn. Langzaam beginnen haar gedachten te vervagen
en de mooie boom; blijkt 'gewoon' de hemel, die zijn sterren doet dragen. Ze raakt in paniek, ze neemt alle stokjes, het hele bosje en ze gaat er zelfs bij staan.
"Nee...ga niet weg, ga niet bij mij vandaan." In haar andere hand draagt ze nog steeds een kei, een harde koude steen.
En met al haar kracht, trekt ze alle zwavelstokjes, in 1 beweging erover heen.
Er ontstaat een prachtig licht, zo mooi, het is bijna niet te beschrijven.
Ineens ziet ze haar overleden oma en ze wil zo graag bij haar blijven. Ze smeekt: "Neem me mee", tranen schieten in haar ogen.
Een glimlach verschijnt om haar mond, ze voelt zich beschermd en vol van liefde bewogen. Haar oma, jaa... daar heeft ze ooit echte liefde gekend.
Oma strekt haar hand en het meisje...heeft nog nooit zo hard gerend. Haar oma kwam haar halen... Kou, pijn, angst, verdriet? Nee, nooit meer.
Haar oma kwam haar halen en nu zijn ze bij de Heer. Het zwavelmeisje, met stokjes in haar hand.
Het zwavelmeisje, ze heeft ze één voor één verbrand. Het was een lange koude nacht,
maar die ze in het licht doorbracht... En toen men haar ‘s morgens vond,
had ze een glimlach om haar mond.
Door: Angeliena Huis “Een stem van gedachten”

then €5.99/month after 14 days
Start your 14-day free trial now to publish your sponsored content. Cancel anytime.