Mijn vorige schaatsavontuur

Jaren lagen ze in de kast en heel sporadisch mochten ze er weer uit. Mijn schaatsen. Gelukkig vroor het niet elke winter genoeg voor een stevig ijsvloertje, maar als het zover was, trok ik die dingen toch maar weer aan. Met de kinderen thuis mee naar het natuurijs of naar de ijsbeleving in de schaatshal vlakbij. In het dorp waar ik werkte was zelfs een echte ijsbaan aangelegd, waar je dan wel echte vorst voor nodig had. Als het zover was mochten schoolklassen daar gebruik van maken – netjes op afspraak. Gelukkig was mijn rol aldaar een controlerende, dus viel mijn gekrabbel niet zo op.

Schaatsen die je jaren niet gebruikt moeten toch geslepen worden en elk jaar ná de ijsbeleving dacht ik weer: ‘dat moet ik echt nog eens regelen.’ Maar ja, dan was die ijsperiode natuurlijk net weer voorbij.

In januari 2009, ik weet het nog goed, had het eindelijk weer eens stevig gevroren, en dus moest er weer geschaatst worden. Thuis was zo’n beetje iedereen uit de schaatsen gegroeid en er diende dus nieuwe ijzers aangeschaft te worden. En waarom zou ik dan zelf ook geen nieuwe kopen? Deze keer niet van die goedkope dingen, maar ‘echte'. Bijkomend voordeel: nieuwe schaatsen waren al meteen scherp genoeg. Nog een voordeel: de nieuw exemplaren hadden stevige, hoge schoenen, en mijn zwikkende enkeltjes zouden hierin meer steun hebben. Kortom, iedereen blij en we vertrokken naar een goede en ruime schaatsgelegenheid. Die vonden we in Vught. De IJzeren Man, een grote zandwinningsplas, ontstaan ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn, was helemaal dichtgevroren en voorzien van een dikke ijslaag. Ruimte genoeg voor een menigte schaatsliefhebbers. Onwennig ging ik aan de slag, en al krabbelend bereikte ik, voor mijn doen, heel aardige snelheden. Heel goed voor het persoonlijke schaatsvertrouwen. Natuurlijk was er hier en daar een valpartij, maar dat hoort er nou eenmaal bij.

Loading full article...