In de microbiologie wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten potentiële #ziekteverwekkers : bacteriën, virussen en parasieten.

Bacteriën
Bacteriën zijn eencellige micro-organismen zonder kern. Ze komen vrijwel overal voor en dus ook in het menselijk lichaam. Sterker nog, in je lichaam verblijven meer bacteriën dan je aan eigen lichaamscellen hebt. Een groot deel daarvan doet zinvol werk en is cruciaal voor je stofwisseling en afweer. Alle onschadelijke bacteriën samen worden ook wel de ‘microbiota’ genoemd.
Er zijn ook bacteriën die ziektes als diarree, luchtweginfecties, of hersenvliesontsteking veroorzaken. Dat ziek maken verloopt op verschillende manieren, bijvoorbeeld door het uitscheiden van toxines of het onderdrukken van de immuunrespons van de gastheer.

Ziektes die door bacteriën worden veroorzaakt, kunnen meestal bestreden worden met antibiotica. Dergelijke middelen hebben als doel om bacteriën in je lichaam te doden en richten zich op specifieke soorten (smalspectrum antibiotica) of juist op de eliminatie van een groot aantal families (breedspectrum antibiotica).

Virussen
Virussen zijn levenloze infectieuze micro-deeltjes, die allerlei ziekten kunnen veroorzaken. In tegenstelling tot bacteriën is hun vermenigvuldiging afhankelijk van een levende gastheercel. Eenmaal binnengedrongen gebruiken ze de machinerie van de gastheercel om zichzelf te vermenigvuldigen. Daarna komen er nieuwe virusdeeltjes vrij, die weer nieuwe gastheercellen infecteren. Er zijn virussen in allerlei soorten en maten. Ze worden daarom ingedeeld in families, zoals herpes-, corona- en retrovirussen. Sommige daarvan veroorzaken slechts milde ziektes; denk aan een loopneus, een koortslip of een lichte griep.

Maar er zijn ook ernstige aandoeningen die door virussen worden veroorzaakt, bijvoorbeeld hiv, sars en ebola. Voor sommige virusinfecties zijn behandelingen beschikbaar, gericht op genezing of het onderdrukken van het verloop van de infectie. Er zijn ook virusinfecties waartegen nog geen remedie bestaat.

Een virale infectie kan niet worden behandeld met antibiotica: een virus leeft niet en is daarom niet te doden. Antivirale medicijnen zijn daarom meestal gericht op het verstoren van de reproductie van het virus. Een andere manier om virusinfecties te voorkomen is vaccinatie: daarmee leert het lichaam specifieke virussen te herkennen en bestrijden. Het eigen immuunsysteem is uiteindelijk nog het beste in staat om virusinfecties te elimineren.

Parasieten
Een parasiet is een organisme dat met een ander organisme samenleeft. Hij gebruikt de gastheer om in leven te blijven en zichzelf te vermenigvuldigen. Hoewel deze relatie ten koste gaat van de gastheer, is de schade doorgaans niet zo groot dat de gastheer eraan ten onder gaat. Is dat wel het geval, dan spreek je van een parasitoïde. Maar ook parasieten kunnen vervelende aandoeningen veroorzaken. Bij mensen komen ze voor in de vorm van wormen, vlooien, luizen en teken. De bekendste ziekte die door een parasiet wordt veroorzaakt, is malaria.

Een parasitaire infectie, wordt behandeld met een parasietdodend middel. De meeste daarvan richten zich op het beperken van de aanmaak van eiwitten door de parasiet. Zonder die eiwitten kan de parasiet niet groeien en sterft hij.
Het is die vermenigvuldiging waardoor veel mensen op het verkeerde been worden gezet. De verspreiding van een virus is altijd exponentieel van aard, een wereld die voor veel mensen volstrekt onbekend is. Uit die wereld komen termen als exponentiële groei, groeifactor en verdubbelingstijd. Wees gerust, je hoeft geen wiskundige te zijn om een beeld te krijgen bij dergelijke terminologie. Een simpele illustratie is al genoeg voor een aha-erlebnis.

Beeld je een vijver in met daarin één waterlelie en stel je voor dat die zich elke dag reproduceert. Nakomelingen doorlopen hetzelfde proces. Op welke dag ligt de vijver halfvol met waterlelies? Hou deze vraag in je achterhoofd als je deze video bekijkt:






Bacteriën, Virussen en Parasieten