Hoe werkt #marineren?
Oorspronkelijk was marineren een methode om vlees te bewaren, het vlees dat een tijdlang ondergedompeld werd in een zure of alcoholhoudende vloeistof zorgde ervoor dat je het langer kon bewaren want vroeger waren er nog geen koelkasten. Verschillende kruiden werden hiervoor gebruikt, maar tijm en jeneverbessen hadden vanwege hun bacteriën werende eigenschappen toch wel de voorkeur.
Nu worden marinades meestal enkel toegepast om het vlees of de vis een andere smaak te geven en alles wat malser te maken.

Er bestaan verschillende manieren om vlees of vis te marineren:
1. De snelle methode wordt dikwijls gebruikt bij vis. Drie delen olie en één deel citroensap worden gemengd met een aantal kruiden (bv: dille, tijm, laurier, sjallot,...) de rauwe vis wordt hierin ondergedompeld en laat men rusten zodat hij de smaken kan opnemen. De duur hiervan varieert van enkele minuten tot een paar uur.
2. Voor de meest gebruikte methode moet je goed op voorhand kunnen plannen want deze duurt minimum 24 uur en kan soms na 4 à 5 dagen pas helemaal optimaal zijn (dit laatste is vooral het geval bij wild).
Een groentemengeling van bijvoorbeeld fijn gesneden wortelen, uien en/of selder wordt onderaan in de kom gelegd. Daar bovenop komt dan het rauwe vlees en hierover wordt een mengeling van verschillende kruiden gemengd met olie en rode wijn of cognac of wijnazijn gegoten. Noodzakelijk is dat het vlees helemaal onderstaat zodat de olie eigenlijk een soort afsluitfilm legt over het geheel. Regelmatig omkeren van het vlees is hierbij noodzakelijk. En men moet het vlees in de marinade op een koele plek bewaren (in de koelkast is dus een goed idee).