Ken jij Jan met de korte achternaam? Nee, niet Jan Lul. Ik bedoel Jan Rap en zijn maat, zijn naam is Haas. Jan Rap is de zoon van Jan met de Pet en Mien Bakgraag. Beiden hebben al lang het loodje gelegd, de pijp aan Maarten gegeven, want ja, ze rookten beiden als een schoorsteen en daarmee teken je je eigen doodvonnis. Haas is de zoon van een vrouw die haar kont nog wel eens buiten de deur stak en de melkboer. Hij spoort niet helemaal. Van de commode gevallen of een klap van de molen gekregen? Wie zal het zeggen? De waarheid ligt op het kerkhof. Misschien hadden ze hem beter met het badwater weg kunnen gooien want hij groeide op voor galg en rat. Hij was de nagel aan zijn moeders doodskist en hielp -volgens boze tongen- zijn vader om zeep.

Jan Rap en zijn maat wonen in een hutje op de hei waar een blind paard geen schade aan kan richten en ze zich bezig houden met duistere zaken, zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Voor het oog hebben ze geen luis om dood te drukken, zijn arm als een kerkrat maar ik vertrouw het zaakje niet. Er zit een luchtje aan. Ze drinken als een tempelier en eten als een varken. De pegels om dat te betalen komen heus niet uit de lucht vallen. Volgens mij hebben ze hun schaapjes aardig op het droge en wat achter de hand, een aardig appeltje voor de dorst. Aan werken hebben ze een broertje dood, liever lui dan moe. En geld ligt nu eenmaal niet voor het opscheppen. Ze hebben ook losse handjes en als ik ze tegen kom loop ik graag een straatje om. Zeker als ze in de olie zijn. Als ze hem hebben zitten is er altijd stront aan de knikker. Dan lokt het ene woord het andere uit en is de eerste klap een daalder waard.

Vroeger was alles beter. Toen was Jan Rap de man met de gouden handjes, terwijl Haas altijd al twee linker handen had. Maar Jan nam hem altijd op sleeptouw en samen konden ze bergen verzetten. Twee handen op één buik, werken als een paard en sneller als de bliksem. Dat waren gouden tijden. Maar het bloed verlochende zich niet en al snel belandden ze in ander vaarwater, zaken waar een luchtje aan zat, handeltjes in spullen die van de wagen gevallen waren. Voor een appel en een ei kon je bij hen terecht voor gloednieuw spul. Ze verkochten nog al eens knollen voor citroenen en het kwam van kwaad toch erger. Ze vielen door de mand toen ze een lid van de sterke arm een kat in de zak probeerden te verkopen. Twee jaar in het rijkshotel. Daarna ging het snel bergafwaarts. Wekelijks zetten ze een kraak en werden vaste klant in de nor.

Maar wat ik eigenlijk op mijn lever had, sinds gisteren is Jan niet meer. Magere Hein heeft hem gehaald. Niet zonder slag of stoot want hij heeft zich met hand en tand verzet. Maar het was zijn tijd. Het laatste hemd heeft geen zakken dus Haas zit nu op rozen. Hij kan in zijn eentje pot verteren en de bloemetjes buiten zetten. En wie weet hoe een koe een haas vangt, misschien loopt hij nog eens tegen een jonge blom aan. Ik zeg maar zo, alleen is maar alleen.

Oh, je kent ze niet? Dan heb je niets gemist.

Loading full article...

casapapusilor Haha, geweldig geschreven! ik heb ervan genoten!
Wat een geweldige inzending voor deze uitdaging! 
een schitterende invulling  van de taaljaaruitdaging
Geweldig, deze invulling van de taaljaaruitdaging!
Knap geschreven; vooral de subtiele woordspeling 'galg en rat' is meesterlijk gevonden!
O....WAUW....wat ben ik blij dat ik jou gevraagd heb en jij er, op deze manier, zo snel ook, gehoor aan hebt gegeven. Heerlijk, wat heb ik genoten. Zal het zeker nog een paar keer lezen, maar ga het nu eerst vlug plaatsen. Heel erg bedankt. 
Leuk verhaal, heel knap gedaan!