Ik heb me net lekker in mijn zetel gemanoeuvreerd als de bel gaat. Met enige tegenzin sta ik op en doe de deur open. Een enorme herfststorm blaast door de deuropening en er stuift zowaar een witte gans naar binnen. Ik val bijna om van de schrik. 
De vogel vliegt ondertussen paniekerig van de ene kant van de kamer naar de andere. 
‘Hé, rustig aan!’ roep ik. 
‘Och, help me toch!’ roept de gans. ‘Verlos me van die akelige jongen.’ 
Ik kijk nog eens goed en zie warempel een kleine kereltje op zijn rug zitten.
‘Vortsjik!’ roept het ventje dat natuurlijk naar de naam Nils Holgersson luistert. 
Ik trek de jongen aan zijn rode muts de lucht in. Lachend kijk ik hem aan, maar de kwajongen schopt met zijn klomp tegen mijn neus. Snel verstopt hij zich onder de bank. 


Loading full article...