Gij zult niet oordelen
Niet oordelen...: een veel gebruikte uitspraak
Zeer veel mensen - zeker in ons land - kennen die zin maar al te goed. De zin wordt te pas en te onpas gebruikt om medemensen de les te lezen, de loef af te steken of de grond in te boren. Als mens mag je immers niet oordelen, omdat ieder mens recht heeft op een eigen mening.

Ik wil degenen die deze zinsnede een warm hart toedragen graag uitdagen om het goede voorbeeld te geven. 'Gij zult niet oordelen' houdt volgens mij - conform de interpretatie die de meerderheid van de bevolking erop nahoudt - in, dat niemand zijn of haar medemens (ongeacht de wederzijdse huidskleur of levensvisie) de les mag lezen, de loef af mag steken of de grond in mag boren.
Helaas proef ik bij vele reacties - juist ook van de aanhangers van deze visie - een onprettige bijsmaak. Vandaar deze uitdaging.
De volledige tekst: 'opdat...'
In mijn eigen interpretatie van deze woorden houd ik er rekening mee, dat er achter oordelen een komma geschreven staat. De zin loopt namelijk door. De volledige tekst in de Bijbel luidt: "Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt".
En dat is andere koek. Ieder mens is gezegend met een verstand en een geweten. Ieder mens heeft dus de mogelijkheid om keuzes te maken. Serieuze keuzes, waarbij een oordeel geveld wordt. Ook je vrienden kies je; en daarbij speelt het oordelen ontegenzeggelijk een grote rol.
Kan hij wel, maar wil hij niet? Dan is hij kwaadaardig.
Kan hij wel en wil hij wel? Waar komt dan het kwaad vandaan?
Kan hij niet en wil hij niet? Waarom noemt men hem dan God?