#vintagekeuken #watschaftdepot



1950 1959

Eten en Drinken

Bloedworst, koetjesrepen, spoetnik: de smaak van een halve eeuw geleden.

Kaantjes op brood, bazooka-kauwgom, witbrood met suiker, gebakken bloedworst, citroentje met suiker en nog zo wat van die dingen. Wie kent ze nog? Geuren, kleuren, smaken zijn zaken die dikwijls snel wegzakken en heel willekeurig weer te voorschijn komen.


,,Wat eten we vandaag?’’, was de vraag die een jaren-vijftig-moeder thuis wellicht het meest hoorde. ,,Husse, met je neus ertussen’’, was het antwoord steevast. Met andere woorden: dat zie je wel. Veel keus was er niet. Aardappels, lekker lang gekookte groenten en soms uren op een oliestel gegaard draadjesvlees. Alles uit eigen land, de enige exotische buitenissigheid die op tafel kwam was macaroni en dan niet met zongedroogde tomaten en olijfolie, maar met vette schouderham of smac. En dan die appelmoes. Overal werd het bijgedaan of doorheen gehusseld. Voor kinderen die iets niet lustten was het een zegen. Voor de ouders ook trouwens.

Soms was er soep vooraf, heerlijk geurende vers gemaakte van een mergpijp getrokken soep met balletjes. En dan op zondag een zelfgemaakt toetje: yoghurt met een scheutje ranja. En dat allemaal van hetzelfde bord, want de hoeveelheid afwas – alles met de hand! – moest beperkt blijven.

Zoals gezegd: veel keus was er niet en als moeder het even niet meer wist, luisterde ze naar de Groentenman ’s morgens op de radio. Dit kookprogramma avant la lettre begon standaard met het nooit meer te vergeten wijsje Cha, cha, cha, wat zullen we eten?. De Groentenman vertelde vervolgens in een soort hoorspelletje met de dienstdoende huisvrouw over het seizoensaanbod en hoe je het moest klaarmaken. Op zondag werd door het mannelijk deel van het gezin nog niet met het bord op schoot naar Sport in Beeld gekeken. De radio stond aan en kinderen moesten muisstil.