Ik sta fier naast de prinses op de strijdwagen. We racen zo snel door de woestijn dat ik bijna niets zie door het opwaaiende stof. Met bewondering kijk ik hoe prinses Hetepheres de paarden tot nog grotere snelheid jaagt.
‘Ik denk dat we onze achtervolgers nu wel hebben afgeschud!’ roep ik boven het geratel uit. 
Meteen houdt ze de paarden in en stuurt richting een markt langs de oever van de Nijl. 
Even later lopen we langs een fruitkraam. Met waterige ogen kijk ik naar de uitgestalde granaatappels. Mijn maag rammelt hoorbaar. Niet zo raar: ik heb de hele dag nog niks gegeten.
Ze ziet me kijken en koopt er twee. Dankbaar neem ik de granaatappel aan en zet mijn tanden in de sappige vrucht. Op dat moment zie ik de groene muts van de ijstrol boven een fruitmand uitsteken.


Loading full article...