Mijn verhaal mogen jullie zeker weten delen,
maar verwacht niet, dat veel mensen dit ook maar iets kan schelen…

Ik ben enige tijd geleden, met pijn in mijn hart verhuist van een woonwagen naar een huis.
Mijn kinderen werden gepest, ze droegen een te zwaar kruis.

Ook voelde ik mij bij het solliciteren zwaar gediscrimineerd.
Mijn postcode werd namelijk gecontroleerd.

Natuurlijk kan ik dit niet bewijzen,
maar mijn voormalige woonlocatie wist mij wel volledig uit de markt te prijzen.

Weet je wat het is en als ik echt eerlijk ben, is het eigenlijk altijd al zo geweest.
Woonwagenbewoners worden niet makkelijk geaccepteerd en jawel, ze worden soms zelfs gevreesd.

In de 19de eeuw, was er in Nederland nog geen landelijke regeling en iedere gemeente kon haar eigen woonwagenbewonersbeleid bepalen.
Hun gerichtheid, op verwijdering uit de gemeente, wist een niet erkende liefde te vertalen.

In 1918 kwam een woonwagenwet, er werden eisen gesteld aan de woonwagens en diens bewoners en in 1968 werd zelfs door de Rijksoverheid het rondtrekken verboden.
Aan mijn voorvaderen werden centrums op afgelegen plaatsen, ver weg van de bewoonde wereld aangeboden, om te voorzien in hun ‘woonnoden’.

De verhouding met lokale bewoners, toen der tijd noem ik matig, maar zelfs na de afschaffing van deze wet in 1999 kwam er nog steeds maar weinig positiviteit.
Nee, in tegendeel…er kwam zelfs een soort van ‘uitsterfbeleid’.

Bestaande standplaatsen werden bij het vrijkomen vaak opgeheven en het plaatsen van wat nieuwe standplaatsen was natuurlijk helemaal geen streven.

Gelukkig heeft de minister inmiddels bepaald, dat hieraan een eind moet komen…
“Weg met dat uitsterfbeleid, onze kinderen dragen net als uw kinderen hun eigen dromen.”

Uit huis en op eigen benen staan, maar wel op het woonwagenkamp.
Is dat nou echt zo’n ramp???

Ik zeg trouwens expres kamp, omdat ik ook hier even aandacht voor zou willen vragen…
Vind u zelf ook niet dat deze term, anno 2019 een beetje te veel negativiteit doet dragen.

KAMP, bah…het klinkt respectloos en ik ben er ergens ook echt niet blij mee.
Maar weet je; als je het echt, echt goed verwoord is het woord KAMP eigenlijk ook wel weer ok.

Kijk, het woord KAMP toont aan mij namelijk een ontzegging van mijn recht op gelijke behandeling en mijn hart breekt om u dit zo te moeten zeggen…
Maar ik woon nu noodgedwongen in een huis en mijn verdriet kan ik u in woorden echt niet uitleggen.

Nee, lieve mensen…de geschiedenis en mijn eigen ervaringen hebben mij inmiddels pijnlijk geleerd, dat mijn volk, de woonwagenbewoners niet snel worden geaccepteerd en al helemaal maar moeilijk worden gewaardeerd.

En waarom he?
Ik wil zo graag mijn eigen cultuur behouden, ik wil terug naar mijn familie, naar het vrije karakter van een heel ander manier van leven.
Maar er is een tekort aan woonwagens en mijn wens leeft bij 3000 anderen in Nederland en het wordt ook aan hen niet ‘gegeven’.

Ik noem mijn roots het perfecte voorbeeld van de participatiemaatschappij.
Wij zorgen voor elkaar, de deur staat altijd open en aan tafel, met het eten kan er altijd iemand bij.

ECHT WAAR! Of men je nou kent of juist helemaal niet.
En daarom is het o zo jammer, dat men vaak alleen maar ons ‘imagoprobleem’ ziet.

Woonwagenbewoners worden nog steeds te vaak over één kam geschoren.
Als erbij ons een wietplantage wordt gevonden, dan is gelijk ons hele centra verloren!

Tussen elk volk zit kaf.
Maar bijvoorbeeld in Vossemeer of in Poortvliet kijken ze niet bij de buren en dat vind ik echt onvoorstelbaar irritant en MAF.

Het merendeel van mijn volk werkt keihard voor hun geld,
maar wordt dat als u heel eerlijk bent meegeteld?

Weet u, er is gelukkig iets meer verbetering en onze wooncultuur wordt beetje bij beetje en vooral GODDANK meer en meer beschermd.
Ja, gelukkig…we worden weer meer gezien en door menig gemeente ontfermd.

Ik kan niet wennen aan een huis, ik word letterlijk gek tussen die vier betonnen muren en ik bedoel dit echt, echt niet verkeerd…ik heb absoluut lieve buren.
Maar, ik moet vrijheid voelen!
Ik moet wielen onder mijn huis…
Mijn bloed kruipt nu waar het niet gaan kan, ik voel me niet thuis.

Ik wil een kampvuurtje, aan de rand van het veld.
Ik wil gras en onkruid –als het nog niet is platgetrapt- tot aan mijn knieën…ja, dan ben ik welgesteld.

Ik wil een plek waar iedereen welkom is, of je nou ziek bent of oud, wij helpen elkaar!
Niemand gaat hier naar een bejaardentehuis, het hoort bij onze cultuur om zulke dingen te regelen…wij zijn één grote familie, is dat nou zo raar?

Het voelt nog steeds of mensen ons weg willen hebben, ons bewust willen uitroeien.
Ik kan niet anders dan terugdenken aan 40-’45 toen wist de tegenpartij zich ook zo gruwelijk met onze cultuur te bemoeien.

Nu leven we in 2019 en de Ombudsman onderschrijft dat wij, woonwagenbewoners een eigen culturele identiteit mogen behouden die volgens verschillende Internationale en Europese verdragen bescherming verdient, maar de vraag blijft, gaan wij die ooit, daadwerkelijk ontvangen?
Ik, ik woon helaas tussen vier muren, maar ik blijf tot aan mijn dood terug naar mijn roots verlangen.

Ik bid iedere dag, dat alle vooroordelen over mijn volk mogen verdwijnen als sneeuw voor de zon.
En dat er een nieuw start mag komen, een start zoals onze prachtige schepping ooit eens heel lang geleden begon…

Vrijheid, vrede, liefde, saamhorigheid, respect en nog zoveel meer…
Maar…voorlopig zit ik mede door gebrek aan woonwagenruimte tussen vier beklemmende muren, samen met mijn kinderen en het doet mij echt, echt verschrikkelijk veel zeer.

door: een Stem van Gedachten
#woonwagenbewoners  #woonwagen

Woonwagenbewoners Worden Niet Makkelijk Geaccepteerd...

7 comments