De zware steen
Net buiten de tent lag de brancard met zijn metalen constructie en zacht draagzeil voor een persoon. 'Oh, mijn kleinkinderen uit Nederland' zei oma en wilde bijna haar beide armen uitstrekken om ze over de schouders van Kees en Piet te leggen. 'Niet doen, je valt voor je het weet' waarschuwde tante Sjaan en hield haar nog net op tijd vast voordat ze zou vallen. Oma kon haast geen genoeg krijgen van het plotselinge bezoek dat oorspronkelijk op de luchthaven gepland was. 'Mijn neven hebben deze brancard geregeld waarop je comfortabel naar de Volvo-auto wordt gedragen' zei tante Sjaan.
Oma Sara keek bedenkelijk naar het geïmproviseerde bed. 'Die brancard krijgen jullie nooit opgetild. Zie eerst maar eens mij langs die imbecielen van indianen te loodsen, ze zijn beslist niet aardig.' Kees en Piet voelden een koude rilling over de rug bij het feit dat imbecielen in staat waren met veel geweld hun doel te bereiken. 'Ik heb overal voor gezorgd geloof mij maar.' Tante Sjaan hielp haar moeder om langzaam op de brancard te gaan liggen wat ze standvastig weigerde. 'Voordat ik het vergeet', stamelde oma en wilde zelfstandig opstaan, 'ik heb nog een speciale steen gevonden met oude hiërogliefen die van pas kan komen voor de familiestamboom.' 'Wat' schreeuwde een vrouw en twee jongens in koor. 'Ja, de steen ligt hier een paar tenten verderop. Net voordat ze mij naar deze spooktent droegen, mocht ik even naast de betreffende steen zitten met vreemde aanwijzingen erin gegrift.
Vergeet het vooral niet mee te nemen.' Ze probeerde met haar hand de richting aan te wijzen waar de steen moest liggen. Ze besloot toch op de brancard te zitten. Na een paar minuten had tante Sjaan de zware steen in haar handen. 'Dit is onvoorstelbaar' kraamde ze uit. 'Bij toeval een oude steen ontdekken die minstens zes kilogram weegt.' Ze legde vermoeiend van het dragen de steen naast de zwarte tent neer. 'Goed, dat verandert de zaak.' Ze wende haar blik af naar de grond om een mogelijke verklaring te verzinnen voor de huidige situatie. De stilte werd onderbroken door de aanwezigheid van de stamleden. 'Jongens, we zijn ontdekt' schreeuwde oma opeens. Op een ruime afstand stonden de helft van de stamleden en het stamhoofd met een boos gezicht de indringers gade te slaan.
'Ja, maar zo eenvoudig als het lijkt is het niet.' Tante Sjaan buigde haar hoofd naar beneden en tekende een vreemd symbool in het ondiepe zand. Het stamhoofd volgde aandachtig haar bewegingen met de tak. Na twee minuten werd duidelijk wat ze de indiaan wilde uitleggen. Stamhoofd geeft ook uitleg. De man pakte een gevonden tak en tekende een klein jongetje met een pijl naar een bolle buik van een vrouw. Het grote Jezuskruis ernaast beeldde het heilige kamp uit wat hij bevestigde door de tak erin te plaatsen. 'De steen is waardevol en mag beslist niet van dit kamp af. We mogen oma wel meenemen op voorwaarde nooit meer een stap in dit kamp te zetten.' Oma werd lichtelijk bevangen door een rode gloed in haar gezicht. 'Maar dan ben ik helemaal voor niets door die imbecielen gevangen genomen' zei ze. 'Ach, wees blij dat je nog levend naar de stad wordt gebracht' zei Kees. Piet had de boodschap van tante Sjaan niet vergeten en had oom Bart opgeroepen met de opgeraapte walkie talkie. 'Binnen vijf minuten is hij in het kamp.