Moestuinieren kent vele functies en vreugden. Zo is het fijn te zaaien en te oogsten, het proces "groei" van nabij gade te slaan. Het doet deugd te weten wat we eten, van tuin tot bord, gezond en kwaliteit, voedzaam, fris en kleurig. Om nog maar te zwijgen van het delen met vrienden en familie, de interactie en boeiende gesprekken met andere tuiniers en last but, not least, de bijdrage die we direct of indirect leveren aan de biodiversiteit. Kortom, het houden en onderhouden van een moestuin vraagt dan wel tijd, maar hij levert voldoening, genot. en groenten natuurlijk, wat had je anders gedacht.  

Soms komt dan wel eens de vraag, van anderen of van onszelf, wat die moestuin dan wel opbrengt, hoeveel tomaten, kolen, wortelen, aardappelen, spinazie we ervan kunnen eten. Of we eigenlijk wel nog boodschappen moeten doen? Hoe je het draait of keert, het zit in ons als mens en economisch denkend wezen ingebakken om op een bepaald moment de vraag naar "waarde" te stellen, mogelijke inkomsten te relateren aan uitgaven in tijd en geld.  

Sommige moestuiniers houden nauwgezet een logboek bij, maar de meerderheid doet dit denk ik niet. Alvast ik toch niet. En toch, toch kunnen we een redelijk betrouwbare schatting maken. Door het combineren van verscheidene onderzoeken, inclusief mijn eigen tuinbevraging, valt er wel iets te zeggen over wat er zou gebeuren als alle Vlamingen aan het moestuinieren zouden slaan. Denk je dat we theoretisch gezien onszelf zouden kunnen voeden? Bezitten we samen genoeg tuin om dit daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. Een relevante vraag in tijden van klimaatverandering, toegenomen aandacht voor voedselveiligheid, korte keten en eerlijke prijzen.

Loading full article...