Herinneringen aan Rob.
Verpleeghuis zorg zag er jaren anders uit dan tegenwoordig. Rond de eeuwwisseling werkte ik in een huis waar nog 4persoons kamers waren, als je ' slecht' kwam te liggen verhuisde je naar een een, of twee-persoons kamer.
Ook in die tijd mocht ik bijzondere mensen verplegen.
Rob zag er wat groezelig uit toen hij bij ons kwam wonen, een grote dikke man met snor.
Eigenlijk had hij nog het meeste weg van een zeerob. In een grauwwit overhemd met bretels aan een half afzakkende broek. We kennen allemaal wel zo'n type.
Rob maakte geen vrienden, een einzelganger was het. Het liefst zat hij in de nacht in de keuken en at de vleespakjes leeg die voor de hele afdeling met 30 bewoners waren bestemd.
Natuurlijk kwam er een slot op de koelkast.
Ook ging Rob te pas en te onpas liggen, als je mazzel had was dat op een bank of in de hoek, maar het kwam ook voor dat hij midden in de gang lag.
Hij werkte ook niet echt mee als je hem overeind wilde helpen.
Dit deden we dan maar met de tillift.
We begrepen Rob totaal niet, hij vertelde niets.
Rob had een zus, Vronie, ook een Amsterdamse. Ze kwam die dag toen een collega nog met de wasbeurt van haar broer bezig was. Omdat ze de gewoonte had ontwikkeld om ons uit te schelden over hoe wij met haar broer omgingen probeerde ik haar die dag te vriend te houden door een kop koffie aan te bieden.
Er ontstond een gesprek dat begon met de lieflijke woorden:
" dat klerewijf"
Rob was zeeman geweest, op de grote vaart, en getrouwd.
Op een dag kwam hij terug en zijn vrouw had een ander.
"Voor jouw is geen plek meer in bed, je ken wel op de vloer slapen"
Rob zijn leven was daarna wonderlijk verlopen.
Dat die grote imposante man dit accepteerde, dat dit hem was overkomen.
Een paar dagen later lag Rob weer op de vloer, het verhaal van Vronie schoot me natuurlijk te binnen.
Ik ging op mijn knieën naast hem zitten en zei, rustig en duidelijk:
"Rob, ik heb op je gerekend, ik heb een bed voor je"
Even bleef het stil, Rob keek me aan, mompelde wat voor zich uit en was met weinig inspanning omhoog te helpen.
Hij liep zo naar zijn kamer.
Arme man, dat hij het zo getroffen heeft in zijn huwelijk...
Tegenover mij in het ziekenhuis lag een man die ze in de "banden" hadden gelegd, hij was handig en wist ze elke keer los te krijgen, daarna begon hij zijn pyjama uit te trekken, maar iedere keer waren de verplegers hem voor, kleden hem weer aan en legde hem weer vast. Even later was hij weer los en dat ging zo een paar keer door, totdat ze het beu waren en niet meer gingen kijken. Hij wrong zich weer los n kleedde zich uit, trok de dekens over hem heen en sliep. Vaak is er een reden voor dit gedrag, als je dat weet is het gemakkelijk.