Lees ook de andere delen van dit korte vervolgverhaal

De stilte is vervangen door snikkende uithalen. Iemand zit te knarsetanden van onmacht, weer een ander knakt de botjes van zijn vingers, of zijn het zijn hersenen die driftig kraken. Vast zonder resultaat.

Zoals gebruikelijk wachten ze tot ik iets onderneem. Mijn neus krult, mijn rug kromt, mijn kin steekt vooruit.

Kruipend begeef ik me naar de buitendeur en duw de klink naar beneden. Piepend opent de deur. Gek dat het geluid van scharnieren zoveel harder binnenkomt in het duister.

Een flauw schijnsel van de maan geeft net genoeg zicht om rechtop mijn weg te vervolgen tot ik de ringdijk bereik.

Ik plaats het hek terug op de dam, voorkom zo de massale uitbraak [beschreven in deel 1] en zo is het kringetje weer rond.

Loading full article...