Wat vooraf ging: 

Het is dinsdagochtend. Gister was ik de hele dag bezig met mijn dekens, pardon, dekbedovertrekken, handdoeken, badlakens en kleding schoon en gestreken te krijgen.  Op een bepaald moment hield de waslijn, pardon, de droogmolen,  het niet meer vol. Het arme ding heeft het loodje gelegd. Ik heb nog geprobeerd om hem met plakband op te lappen, maar er was geen redden meer aan. Van nood heb ik het resterende goed maar over de verkeersborden en straatlantaarns gehangen. De buurvrouw keek mij wel wat bozig aan, maar door mijn innemende glimlach ontdooide ze meteen, voor de rest van de straat is het nauwelijks een verrassing meer te noemen, die kennen mij niet anders als volledig gestoord en het allang geaccepteerd dat ze de sociale standaard niet al te hoog moet stellen voor mij.

De maandag ligt gelukkig achter me, ik heb het overleefd. Geen optaters gekregen van onverwachts aanraken van de afvalemmer, zoveel mogelijk de camera genegeerd en de vuilnis gewoon naar buiten gebracht en in de grote kliko gegooid. De hele dag was ik maar bezig met een oplossing te vinden voor mijn probleem. Even dacht ik nog de pin te kunnen achterhalen om daarmee de stroom zelf uit te schakelen, maar ik had geen enkel idee waar ik de code in moest typen, dus dat plan heb ik maar laten varen.

Het is nu dus dinsdagochtend en listig poog ik mijn dochter om te praten.

Loading full article...