Een modieuze expeditie van oom Frits en tante Coby (1)
Langzaam opent oom Frits op deze vroege lenteochtend, terwijl het laken aan zijn neus kriebelt, zijn linkeroog. Het rechteroog doet nog niet mee, het zit nog te diep in het hoofdkussen gedrukt. Oom is er zeker van, er is iets dat hem wakker heeft gemaakt. Maar wat? Een geluid?
Met duidelijke tegenzin richt hij zijn hoofd enkele centimeters op om in de richting van de vermoedelijke storing te kijken. Zijn pogingen om zijn zicht wat scherper te stellen hebben succes, de vormeloze gedaante bij de kledingkast ontpopt zich langzaam maar zeker tot de hem zeer bekende tante Coby.
Als hij had gehoopt dat hij nu weer op het kussen kon afdalen om verder te kunnen slapen, dan heeft hij pech.