Het boze dienstertje
Ik heb eigenlijk prima geslapen in het hotel, hoewel ik midden in de nacht even wakker schrok van gestommel en stemmen op de gang. Kan gebeuren.
Het is druk aan het ontbijt. Je kunt zo zien wie goed geslapen heeft of niet. Zelf heb ik altijd even een aanpassingstijd nodig in een vreemd hotelbed. Hier en daar wordt er in ogen gewreven of wordt er via smalle streepjes zwijgend de wereld ingekeken. Maar je hoort ook de wakkere types, hard pratend en lachend. Het ontbijtbuffet is behoorlijk uitgebreid. Er zijn heerlijk verse croissants en al even verse harde en zachte broodjes. Er is een voldoende groot aantal automaten, genoeg om de wachtrijen voor koffie en thee beperkt te houden. Een bak met gekookte eitjes, maar er zijn ook allerlei mogelijkheden je te voorzien van een uitgebreid Engels ontbijt.
Als schrijver is het leuk om goed rond te kijken en iedereen te observeren. Wat ze doen, wat ze eten, hoe vaak ze naar het buffet lopen om een nieuwe voorraad levensmiddelen te halen, en met een beetje geluk vang je hier en daar flarden van gesprekken op. Heel veel Nederlands, maar ik hoor ook wat Duits en Engels. De taal die je te lande het meest zou verwachten, Spaans, wordt binnen het hotel nauwelijks of niet gehoord. Dat vind ik niet erg, mijn Spaans is op zijn voordeligst gezegd nogal beroerd.
Ze heeft wel gelijk, schrijvers denken alles maar te kunnen maken en doen. Heerlijk toch, zonder (grote) gevolgen van alles beleven en scheppen.