Met de boot naar Terneuzen
Toen ik nog een kind was gingen we een paar keer per jaar naar Zeeland, op bezoek bij mijn oom en tante in Terneuzen. In die tijd een wereldreis vanuit 's-Hertogenbosch. De reis duurde erg lang – zeker als je met drie kinderen op de achterbank van de auto gepropt zit. Om onvermijdelijke ruzies zoveel mogelijk te voorkomen hielden we ons bezig met spelletjes als 'wie ziet het eerste een rode auto', of soms zongen we liedjes. Het idee om een kleurboek en een etui met stiften of kleurtjes mee te nemen strandde erg snel: ook zonder zoiets was autoziekte een bijna onlosmakelijk onderdeel van de reis. Gelukkig mocht ik achterin in het midden zitten, waardoor ik opkomende misselijkheid kon proberen weg te drukken door zoveel mogelijk naar de natuur buiten te kijken.
Het mooiste onderdeel van de reis was natuurlijk de overtocht met de veerboot van Kruiningen naar Perkpolder. In lange rijen stonden auto's op hun beurt te wachten om op de boot te rijden. Als een lange rups zag je al die wagens strak achter elkaar de boot op rijden. Dan moesten we natuurlijk niet zo dom zijn om te laat bij die boot aan te komen. We hebben 'm wel eens gemist, de schrale troost was dat we de boot dan nog net konden zien wegvaren…