De schim (part 6)
Het stond al tijden vast. Hij had er zelfs naar uitgekeken. Niet iedereen van zijn rijdend schooltje was in de gelegenheid om naar een internaat te mogen. Ook binnen de familie was hij de enige, die dit lot ten deel viel. Er rustte dus wel een verantwoordelijkheid op zijn schouders, vond hij, om goed zijn best te doen. Als hij al zenuwachtig was, had hij daar, in ieder geval, niets van laten merken.
Hij wist helemaal niets van schepen of schipperskinderen, dus besloot hij zijn ogen en oren goed de kost te geven. Tot nu toe had dat niet al te veel opgeleverd. De jongens kwamen uit zeer verschillende streken in het land, of kon je dat wel zo noemen. Zelf zouden ze waarschijnlijk zeggen dat zij op het water leefden en dat was nog waar ook. De meeste praatten niet veel over thuis, waarschijnlijk ook omdat zij dan heimwee zouden krijgen.
De oudere jongens, die al langer op het internaat zaten, lieten hen links liggen, behalve als zij door de leraar verplicht samen taken moesten verrichten en ook in de introductieweek was er meer contact geweest. Nu behoorde hij, met zijn klasgenoten tot de groentjes, daar ging je, blijkbaar niet mee om. Hij zou zijn vrienden dus onder deze jongens moeten zoeken en dat waren er niet zoveel op de Singel.
