De schipper viste al dagen achter het net en lag voor Pampus naar scheepjes met zure appelen te kijken. Hij was ruimschoots  de linie gepasseerd en met verdraaid kompas de koers verloren; 



opgescheept met een Oost- Indisch dove driedekker waar hij geen land mee kon bezeilen. Dat kromhout meende dat haar geen baren te hoog waren en  zoekend naar spijkers op laag water kreeg hij dagelijks de volle laag. 

Het liep de spuigaten uit, dat stond als een paal boven water. Hij maakte het bestek op en verzette de bakens.

Hij pakte het grootscheeps aan zonder bakzeil te halen, knoopte de eindjes aan elkaar en liep zelf voor de fok.


Loading full article...