Onrust over Donkerplas: Hoofdstuk 4
Het bericht veroorzaakte onmiddellijk een exodus van bewoners van Woudheuvel. Op kop liep de clan van de edelherten. Meester Boehoe zag van op zijn uitzichttak dat de ree Hoya en haar echtgenoot Chip hun bende kleinen aanvoerde en aanspoorde. Hij herkende Hopi en Moki onder hen en daarop volgde een groep van andere hertensoorten die met grote sprongen zich uit de gevarenzone weg begaven. Hun geelbruine en witte spiegels op hun achterwerk werd groter en dat was het teken dat elke ree en hert hen moest volgen als ze het gevaar wilden ontlopen.
Maar ook de vossen, hazen en konijnen die op elk ander moment geen vriendjes zouden zijn, trokken nu aan één zeil. Boehoe zag met tevredenheid dat iedereen hielp om elkaar in veiligheid te brengen. Dakota, een oudere vos, spoorde Sikja, het manke konijn aan met zijn snoet als ze even naar adem hapte tussen twee huppen door. De hazenfamilie volgde de stoet en repte zich, hun lange oren naar alle richtingen draaiend om elk gevaar onderweg op tijd uit de weg te springen. Weg van de plaats des onheils. Hij herkende Lepi, Lepa en Lepo de drieling van Moederhaas Rabita en de pater familias Liever Lepus die af en toe halt hield om te kijken of iedereen wel volgde. Woudheuvel was in beweging, althans de bewoners hiervan.