Kdengedeng
Ik voel een schok en kijk door het raam. De trein is, eerder dan ik had verwacht, in beweging gekomen. Door het stotende rijden verlies ik mijn evenwicht, ik maai om me heen voor houvast en vind tenslotte stabiliteit tussen de rijen stoelen op de bodem van het gangpad. Kdengedeng, kdengedeng. Het cadans dreunt door in mijn hoofd.
Woorden moet ik erbij vinden. Het liefst op rijm. Dan wat beat erbij. Het tokkelen op een gitaar of misschien wat slagwerk. Een triangel, is ook een eenvoudig begeleidingsinstrument of ik sla wat deksels tegen elkaar. Nee, ik schaf een drumstel aan, compleet met statieven, bekkens en een bass-drumpedaal, dat heeft tenminste impact. Of een orkest inhuren voor het chiquere genre. Om iets meer zoetgevooisde klanken erin te krijgen, misschien met een vleugel, viool of een harp.
Zoals gewoonlijk verg ik weer eens teveel van mezelf. Wanneer leer ik het nou eens. Leren met mijn beperkingen omgaan. Dat is zo moeilijk toch niet? Nee hoor. Ik moet meer kunnen. Ik doe nog niet mijn uiterste best en straks is het te laat. Kan het niet langer. Ben ik weer teruggeworpen op de onmacht.
Nu niet aan de toekomst denken, maar bij het heden blijven. Niet aan doemdenken doen en je positieve zelf zijn.