'Auw!'
'Wat is er?' vraagt Kimmie.
'Ik ben op een cactus gaan zitten,' kreunt Ko. 'Het is levensgevaarlijk hier in Mexico.'
'Kijk dan ook uit!' waarschuwt Kimmie.
'Ik heb het hier wel gezien,' moppert Ko terwijl hij voorzichtig een paar stekels uit zijn lijf verwijderd. 'Laten we snel doorgaan naar het regenwoud. Ik heb gehoord dat er daar veel bijzondere vogels leven zoals ara's en toekans en zelfs de zeldzame quetzal.'
'Daar ben ik ook wel benieuwd naar,' zegt Kimmie. 'Laten we hier overnachten en dan morgen doorvliegen naar het regenwoud.'
Helaas krijgen ze geen goede nachtrust. De twee kanaries worden herhaaldelijk wakker van het gehuil van een coyote.
De volgende dag zijn ze dan ook al vroeg op pad. Ze vliegen de hele dag door tot ze het regenwoud hebben bereikt.
Na de woestijnachtige landschappen zijn de tropische bossen een verademing voor de twee kanaries. Het doet hen denken aan hun thuisbasis op de Canarische Eilanden.
Nog slaperig van zijn korte nacht vliegt Ko pardoes in een groot spinnenweb.
'Getsie!' roept hij uit. 'Mijn veren plakken vast.' Hij ziet meteen een dikke vette spin tevoorschijn komen.
'Ga weg!' roept Ko. 'Anders eet ik je met huid en haar op!'
De spin kiest eieren voor zijn geld en gaat er snel vandoor.
Ko weet zich te bevrijden en samen met Kimmie vliegt hij een tijdje bewonderend door het regenwoud tot ze opeens twee vrouwelijke quetzals in een boom zien zitten.
'Kijk, daar heb je ze!' zegt Ko. 'Wat een prachtige vogels!'
Met hun heldere rode borst en schitterende groene veren zijn ze een van de mooiste vogels ter wereld.
Daar zijn ze zich zeker van bewust want ze paraderen trots heen en weer. Maar twee vrouwtjes bij elkaar kan nooit goed gaan.
Ze worden het al snel oneens en beginnen te kibbelen.
Kimmie en Ko gaan direct een tak hoger zitten en loeren naar beneden.
De twee quetzals ruziën over hun territorium. Het mooiste vrouwtje krijgt altijd de lekkerste hapjes van de mannetjes. En geen van beide wil van wijken weten.
Een hevig gevecht ontspint zich in de boom waarbij hun veren alle kanten op vliegen. Ze slaan met de vleugels en pikken met hun snavels naar elkaar. Algauw is de boom te klein en gaan ze verder in de lucht. Pikkend en krijsend proberen ze elkaar te verjagen, maar geen van de twee wil opgeven.
Een regen van gekleurde veren bedekt het groene tapijt onder hen. Na een uur worstelen, vallen ze beiden doodmoe en kaalgeplukt op het zachte verendek op de grond. Nu zijn ze niet meer aantrekkelijk voor de mannetjes en teleurgesteld druipen ze samen af.
'Hahaha,' lacht Ko. 'Wat een raar stel. Dat zal ons niet overkomen, toch Kimmie?'
'O, nee?'
'Nee! Er is maar een kanarie die ik lief en mooi vind en dat ben jij!' zegt Ko. Hij geeft haar een kus.
Kimmie geeft Ko een knuffel terug en fluistert in zijn oor: 'Ik hou ook van jou.'

Loading full article...