Het belletje van tante Coby
Moeizaam sleept tante Coby de emmer met vuil water hoger het keldertrapje op. Het was al jaren geleden dat de kelder een grote beurt had gehad, en het schoonmaken was hard nodig geweest. Heel hard. Het water ziet inmiddels donkerzwart en er drijven niet nader te noemen vuiligheden in.
De deurbel klingelt genadeloos hard door het huis en van schrik vlucht een golf zwart water op tantes rok. Ook dat nog.
Haastig zet ze de emmer in de gang en ze spoedt zich naar de voordeur. Ze kijkt naar voren, dan eens links, rechts, naar boven en beneden. Niemand te zien. Ook geen haastig afgeleverd postpakket. Dat is raar. Zou ze zich vergist hebben? Vergissen is voor tante uiteraard nagenoeg onmogelijk, maar de realiteit is daar: er is echt helemaal niemand. Ze haalt haar schouders op en sluit de deur.

Ze is nauwelijks terug bij haar emmertje als opnieuw de deurbel gaat. Er golft opnieuw wat, maar nu is het een heftige emotie. In enkele stappen is ze opnieuw bij de deur. Weer is er niemand te zien, maar het geluid van wegrennende voetjes is onmiskenbaar. Wat nu, er achteraan jagen? Welnee, ze weet iets beters. Hier dient hulp te worden ingeroepen:
Dana voor de rescue