Gedicht 'Pesten' (autobiografisch)
Je hield me staande bij de brug, ik kon niet vooruit of terug. Het ging allemaal zo vlug...
Ik weet nog wat je vroeg; "Wil je klappen hebben of wil je 't water in?" Een vraag die nergens op sloeg, ik was nog maar een kind!
Ik kon niet kiezen, wat moest ik nu?! Toen zag ik mijn kans, gooide m'n fietsje op straat, en rende zo vlug ik kon, naar een woonhuis, achterom. Niet wetende of hij er nog staat.
Hij had twee fietstassen, ben ik nooit vergeten. En dan moet je weten, hoe bang ik daarvoor was.
Met kloppend hart, elke dag van school naar huis. En altijd kijkend, ver vooruit of ik die fietstassen weer zag.