Bij hem thuis ging er dat wel anders aan toe. Daar kon zelfs opa, die in de hoek van de keuken zijn oude dagen sleet, nog wel eens uithalen met een pantoffel in zijn hand. Gelukkig was hij die al vroeg te snel af geweest. Het was altijd een zoete inval, als de familie zich, voor de winter terugtrok in een omgebouwd kippenhok, midden in de peel. Geleefd werd er in de keuken, die gezellig druk, warm en zich vol heerlijke dampen vulde. Het gaf een knus gevoel.

Bah, nou kreeg hij warempel toch een beetje heimwee. Hij schudde eens met zijn hoofd en schouders en streek, voor de zekerheid, met zijn mouw langs zijn ogen. Je kon maar nooit weten. Voorzichtig keek hij om zich heen of niemand iets gezien had. Vlot liet hij zijn handen aan het werk en binnen enkele tellen lagen daar vier bruine boterhammen op elkaar gestapeld. Ertussen plakjes boterhammenworst, de rest van het beleg was al op, natuurlijk. 

Dapper zette hij zijn tanden in een hoek en scheurde het dikke brood van zich af. De jongen naast hem zat hem verbaasd aan te kijken. "Wanneer heb jij voor het laatst gegeten?" lachte hij hem toe. "Nee, geef maar geen antwoordt. " proestte hij het nu uit. "Dan krijgt Toon het allemaal in zijn smoel," waarbij hij het toch niet kon laten hem even flink op zijn rug te slaan, toen hij de kust veilig achtte. 

 
Loading full article...