Een buitenkansje voor oom Frits
Het is een zeldzaam mooie dag en oom Frits en tante Coby maken dankbaar van de gelegenheid gebruik om een frisse neus te halen. Het is spijtig dat persoonlijke contacten in verband met rond dwarrelende virussen zoveel mogelijk vermeden moeten worden, en dat daardoor ook de tuintafeltjes van het terrasje helaas leeg moeten blijven. Gelukkig staat er thuis een zelfgebakken appeltaartje te wachten op hun terugkomst, en dat maakt een hoop goed.
Hun wandeling voert langs laantjes, steegjes en winkeltjes, en regelmatig blijft tante even staan om haar neus tegen het vensterglas te drukken als ze weer eens een prachtig en modieus jurkje, broekje of iets dergelijks ontwaart. Het zijn momenten waarop oom Frits steevast heel intelligent naar een andere kant kijkt, zijn interesse ligt nou eenmaal niet in de kleding.
Toen zag hij hem liggen, gewoon in de etalage.
De winkel in tweedehands artikelen moet er, gezien de verzamelde hoeveelheid stof achter het glas en op de uitgestalde producten, al jaren hebben gezeten, en het is onbegrijpelijk dat deze tot op dit moment aan oom Frits is ontsnapt. Natuurlijk moet deze achterstand terstond worden ingelopen.
'Momentje Coby,' roept hij, 'ik moet hier even naar binnen.'
Fijn even te vernemen hoe het met hen gaat in deze tijd.