De grootste misdadiger van de stad, John W., werd dood aangetroffen in zijn riante, vrijstaande villa. John, in het circuit bekend als Sluwe John, wist altijd uit handen te blijven van de politie. Hij had er een handje van om andere mensen in te schakelen om zijn vuile werk op te knappen, waardoor hij zelf (meestal) buiten schot bleef. En als ze dan eindelijk een aanwijzing hadden dat Sluwe John achter een misdrijf zat, kon hij wel de meest gekwalificeerde (en dure) advocaat inschakelen, die het politiebureau betrapte op een vormfout. Hierdoor wist Sluwe John keer op keer te ontkomen. Maar dit keer dus niet. De melding op het bureau kwam als een verrassing. De ervaren Jacques nam op en Ruud zag hoe de politieman zijn wenkbrauwen fronste. Dat gebeurde niet vaak, dus Ruud was gelijk nieuwsgierig. Wat zou er aan de hand zijn? Ruud kon niet wachten om zijn tanden te zetten in een nieuwe zaak. De vorige zaak liep met een sisser af en dat knaagde nog altijd aan Ruud. Wanneer zou hij eindelijk een sappige moordzaak kunnen oplossen. Dit kon weleens zijn kans zijn om Jacques te bewijzen dat hij niet alleen maar een groentje was.

Jacques zei niet veel aan de telefoon, alleen af en toe ja en nee. Daarna hing hij op en hees zijn zware lijf uit zijn bureaustoel. Hij gebaarde in de richting van Ruud en bromde: “Nieuwe zaak. Sluwe John is dood.” Er verscheen een grote grijns op het gezicht van Ruud. Zijn ogen begonnen te twinkelen. Sluwe John. Dat was een grote naam in het circuit. Dat kon de doorbraak zijn waar Ruud op wachtte. Hij trok een sprintje richting zijn zilvergrijze Mercedes. Jacques liep rustig achter hem aan. Hij mompelde in zichzelf: “Waarom zo’n haast? John rent niet meer weg.” Hij glimlachte even om zijn eigen grapje. Ruud zat al ongeduldig te wachten in de auto. Hij trommelde met zijn vingers op zijn stuur. “Hè, hè, daar komt Sjaak”, zei hij tegen zichzelf.

De Mercedes reed voor bij de riante villa, die grenste aan een groot bos. Het was er al een drukte van belang. Allemaal pers en nieuwsgierige omwonenden. Verdorie, Jacques had het stil willen houden. Maar ja, zo’n grote naam. Dat lekt al snel uit. Ruud parkeerde zijn auto en de twee mannen stapten uit. Jacques tilde het roodwitte afzetlint op en liep resoluut op de villa af, terwijl hij de toegestroomde pers probeerde af te weren. Hij had eerder met dit bijltje gehakt. Ruud liep er wat onbeholpen achteraan. “Geen commentaar. We kunnen geen uitspraken doen lopende het onderzoek”, zei Jacques toen hij aankwam bij de entree van de witte villa en zich omdraaide naar de pers. Daarna trok Jacques de prachtig bewerkte glas-in-lood deur open die toegang gaf tot de luxueuze villa van John W.

John zat onderuitgezakt op zijn favoriete stoel bij de enorme flatscreen-tv. Een stroompje bloed liep langs zijn slaap en drupte op zijn dure blauwe Armani-kostuum. Zijn armen hingen slap langs de armleuningen van de zwartleren stoel. In zijn linkerhand lag een pistool. Ruud keek een beetje teleurgesteld naar het tafereel. “Zelfmoord, dus.” Maar bij Jacques gingen gelijk de alarmbellen af. “Waarom zou Sluwe John zelfmoord plegen?” De technische recherche was al druk bezig in de woning met sporenonderzoek. Ze moesten nog wel officieel vaststellen of er sprake was van zelfmoord.

Een van de heren kwam de marmeren trap af. In zijn handen hield hij een klein houten kistje. “Gevonden achter een houten schot”, zei hij en deed het voorzichtig in een plastic zakje om het als bewijsmateriaal te verzamelen.

Loading full article...

Spannend! Op naar het volgende deel...
Misschien geeft de inhoud duidelijkheid. 
Boeiende intro.
Naturefreak Dank je. Binnenkort het vervolg...
Heerlijk intrigerend
Dana Dank je! Ik ben dol op dit soort verhalen en nu kan ik er zelf eentje schrijven :)
Spannend, erg benieuwd naar het vervolg!
Hans van Gemert Dank je! Ik ga de clou ook nog niet direct bekendmaken ;)
goed geschreven, pakkende tekst
een spannend begin