De schippersvrouw hing afwezig de laatste handdoek aan de waslijn. Het afgelopen uur had ze zich suf gezocht naar een tas. Een plastic tas met de laatste post die niet op zijn standaard plek in het kantoor lag. Piekerend liep ze nog eens naar de auto die op het roefdak stond en keek nogmaals onder de autostoelen. Ze haalde haar cameratas uit de kofferbak en keek voor de zekerheid ook nog even onder het deken die erin lag. De post, met haar nieuwe pinpas, bleef onvindbaar. Moedeloos liep ze terug de woning in waar Siebren, hun driejarige zoon, haar trots opwachtte met een nieuw zelfgemaakt kunstwerk. Hij was dol op zeilbootjes vouwen die hij vervolgens fijntjes vastniette op een gekleurd A4'tje. Ze loofde zijn knutselwerk en hing het met plakband op de koelkast onder een tekening van zijn zus Laura. 

De slaapkamer van Laura had ze daags ervoor grondig opgeruimd. Een kapot verkeersbordenspel, een armloze pop met piekhaar waren in de afvalemmer beland. Die mocht Siebren vervolgens leegkieperen in een grote grijze vuilniszak opgesteld in het midden van de woning. Later op de dag had ze de afvalzak weggegooid in een container, tijdens het schutten in sluis Gaarkeuken. Plotseling schrok ze op uit haar overpeinzingen. Zou Siebren de tas met post er ook in gegooid hebben? Snel liep ze naar de schipper en deelde haar verdenking. Hij twijfelde geen moment, belde zijn schoonzus in Friesland en legde het voorval uit. Zij reed ogenblikkelijk naar Grijpskerk in Groningen en dook in de afvalcontainer links van de lantaarnpaal. Het was dan ook een aangename verrassing toen ze belde met het fijne nieuws dat ze de zoekgeraakte post gevonden had in de vuilniszak.

 

Loading full article...