Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes en tuurt over het IJsselmeer. In de verste verte geen boei te zien. Argwaan borrelt er in hem op. Donkere wolken pakken zich samen boven ons, haast is geboden, ik kijk op mijn horloge, de inwerktijd van het drankje uit de thermoskan is verstreken, dus waag ik het en schraap mijn keel.

'Lieverd, even over die Trollbeadsbedel in de brievenbus vanmorgen...'

'Ja, wat is daarmee?' Zijn stem verraadt niets,  maar hij is duidelijk op zijn hoede, hij doorboort mij nog net niet met zijn priemende ogen. Die ogen... hoe dikwijls ben ik daar niet voor gesmolten.

Loading full article...