Het ministerie van wollige geleuter
Toen er een vacature vrijkwam bij het ministerie van grassprietjes en vergeten groenten, vond ik het een geweldige kans om iets voor de mensheid te betekenen. Ik wilde mij goed voorbereiden, en dook meteen in de wirwar van dossiers en documenten. Nog voor de dageraad aangebroken was wilde ik me zo goed ingelezen hebben dat ik feilloos wist welke groentes er wel of niet populair waren, waarom knolselder nog lang niet vergeten bleek en de reden waarom het gras bij de buren altijd groener was. En al snel kwam ik erachter dat alles, maar dan ook werkelijk alles terug te brengen was tot het milieu.
Nagenoeg klaar voor de sollicitatieprocedure wist ik dat ik alle zeilen zou moeten bijzetten. De werkloosheid was groeiende, de concurrentie daardoor moordend, ik moest mezelf onderscheiden van de rest van de kandidaten en een ingenieus plan ontsproot uit mijn brein.
Met de opwarming van de aarde in het verschiet en de berichten dat de waterspiegel stijgen zou, bouwde ik een moderne versie van de ark van Noach. Veel middelen had ik niet tot mijn beschikking, ik moest dus roeien met de riemen die ik had. Wind was altijd voorhanden, daar zou ik dus gebruik van maken als energiebron. Dieren kon ik niet aan boord halen, niet alleen had ik last van talloze allergieën, ook zou het probleem van mestoverschot mij nekken. Ter compensatie zette ik een boom op, groen deed het altijd goed. Het groen van de kruin benaderde de kleur van gras waarover ik als toekomstig minister van sprieten, de verantwoordelijkheid zou dragen, de stam van boom stond voor daadkracht en de takken voor flexibiliteit. Als ondergrond koos ik uiteraard voor een badkuip. Het bad verwerd een teken voor verfrissende ideeën.
Mijn ark was solide, klaar voor het grotere werk, de presentatie. Men was snel onder de indruk, ik werd aangenomen en stapte aan boord. Al vrij snel werd ik gekozen tot Minister-President.