De oude snoeperd slaat weer toe
In eerste instantie leek de man helemaal op te gaan in zijn muziek. Tenminste, ik nam aan dat hij naar muziek aan het luisteren was. Hij hield met beide handen de koptelefoon vast, als was hij bang dat een of andere antiekhandelaar het ouderwetse model van zijn harses zou jatten.
Maar zoals bijna altijd, kon ik er niet meer naast zitten. Toen de man in de smiezen had, dat ik hem bekeek, verlegde hij moeiteloos de concentratie en liet zijn ogen schaamteloos over mijn lichaam glijden. Bijna kon ik hem horen denken, daar zou ik wel eens een konijntje mee willen eten. Hij ontdeed zich van zijn antiquiteit en sprak uiterst charmerende woorden uit.
‘Hé Dana, oude poederdoos, lang niet gezien, hoe staat het leven? Kan je nog een beetje wennen aan je nieuwe status als getrouwde vrouw of verlang je naar de goeie oude tijd.’
Hij kende mij van vroeger, dat was wel duidelijk, maar hoe ik ook mijn best deed, ik herinnerde me de man die mij zo amicaal begroette niet, om te voorkomen dat ik compleet af zou gaan, reageerde ik heel koeltjes.