Vervolg op Het roze koffertje en De PorteerPoort

Mijn mond valt open van verbazing.
Alsof ik in een spiegel kijk.
Voor mij staat een lange slungelige jonge vrouw van mijn leeftijd, met dezelfde gelaatstrekken als ik, dezelfde smalle omlijnde lippen, dezelfde grote groene ogen, enkel met een kort, felroodgeverfd kapsel in plaats van mijn lange natuurlijke kastanjebruine haren.
Ze vliegt me in de armen.
“Ik wist dat jij het was! Mams gaat zo enthousiast zijn om je te zien! Hoe is het met pap? Heeft ie een remedie gevonden?”
De spraakwaterval vol vragen leek eindeloos. En ik had geen enkel idee waar ze het over had.

“Wie ben jij?” vraag ik haar, “en waar heb je het over?”
Ze staart me aan met een blik vol ongeloof.
“Je weet echt niets?” vraagt ze.
“Euh, nee, dit ding hier,” een blik richting porteerpoort gooiend “heeft me hier gebracht.”
“Oooh de porteerpoort, werkt die ouwe knar nog? Goed! Volg me, je zal wel honger hebben, en ik ben echt niet de juiste persoon om je alles uit te proberen leggen. Hoe is het met pap?”
“Pap? Je bedoelt mijn vader? Die is een tijdje terug overleden, dit, de porteerpoort bedoel ik, werd me nagelaten…”
De jonge vrouw begint te huilen.
Zodra ik me wil verontschuldigen, houdt ze me tegen.
“Je kunt je hier vast niets van herinneren, we waren nog heel klein toen het gebeurde, maar, jouw vader, was ook mijn vader, heb jij nooit vragen gesteld over je moeder?”
Ik stond even met mijn mond vol tanden, hoe spiegelend ze ook op mij had geleken, ik had er nooit bij stilgestaan dat we ook effectief gerelateerd zouden kunnen zijn, het is altijd gewoon paps en ik geweest, al heel mijn leven lang, en ik heb nooit behoefte gehad aan meer.
Hij heeft me ook nooit wat verteld, niet uit zichzelf.
“Nee” antwoordde ik haar eerlijk.
Zwijgend liepen we het pad verder tot we bij een huis aankwamen, volledig opgetrokken uit gerimpeld glas. Zodat je net niet zag wat er zich allemaal binnen afspeelde.
Voor de deur stopten we even.
“Sil” zei ze me. “Ik laat het aan ma over om iedereen voor te stellen, maar, schrik niet te hard. Mam en Pap hadden hun redenen om het zo te doen, en ik hoop maar dat er terwijl een oplossing voor gevonden is, anders zitten we straks met een serieus probleem.”
“Hoe bedoel je? Een oplossing waarvoor?” vraag ik.
Ze doet de deur open, en schreeuwt, “Maaaaaam, Bruuunooo, Saaaaandeeer, Miiiinaaa, bezoooooek!”
Op dat moment besef ik pas dat ze ook echt een kind van dezelfde vader is, dezelfde volumineuze roeptoon.
Een oudere dame komt gracieus een trap afgewandeld richting de inkom waar mijn nieuwgevonden zus en ik in de deuropening staan.
Haar mond valt open.
“Sil? Merel, waar, hoe heb je haar gevonden? Is er nieuws van paps? Is er een oplossing?”
Ze komt de trap afgelopen en valt rond mijn nek.
“Mijn meisje, ik was zo bang dat ik je nooit meer zou zien.”
“Mam”, komt Merel tussen, “ze weet van niets. De porteerpoort, paps heeft hem haar achtergelaten.”
“Achtergelaten?”
Ik zie een traan over de wang van wat kennelijk ook mijn moeder is, mijn hoofd zit vol vraagtekens, ik duizel en voel me licht weg draaien.
Ik voel nog hoe een stel sterke armen me op vangt, en hoor een mannenstem in de verte.
“Het roze koffertje, waar is het roze koffertje?”

Vervolg

Loading full article...